Peeters

2. Bouwberichten


15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
Noten
1.Van den Leemputte, 780; cf. Hezenmans 1876, 210.
2.Van Oudenhoven, 93: een overeenkomstig bericht bij Wichmans, 369.
3.Cuperinus, 40. Ook in het Cuperinus-handschrift in de Bibliotheek van het Provinciaal Genootschap te 's-Hertogenbosch, hs d52, f. 14 v. ditzelfde jaartal in dezelfde spelling.
4.Van den Leemputte, 780.
5.Van Oudenhoven, 94-95; overeenkomende berichten bij bor, 2; Zylius, 13 en Gramaye, 18.
6.Mosmans 1931, 326.
7.... presbyter capellanus altaris sancti Spiritus... Mosmans 1921, 280.
8.Fundatiebrief in het Broederschapsarchief bewaard, ed. Hermans 1841, 141-148; Hezenmans 1876, 122-127; Smits 1911, 59-69.
9.Hezenmans 1866, 39.
10.Koopbrieven uit KA, geciteerd door Mosmans 1931, 66.
11.KA, geciteerd door Mosmans 1931, 186 n. 1.
12.Pelgrom 1540, ed. Hermans, Mengelwerk 1 (1840), 71. Precies zo in de edities Pelgrom 1629 1e druk, 8 (ongepagineerd), 2e druk, 8 (wel gepagineerd), 3e druk, 6 (ongepagineerd).
13.Van Dijck 1973, 56.
14.Schepenacten KA, Mosmans 1931, 108 n. 2.
15.Van Zuylen 1, 14; Van de Laar 1980, 137-154.
16.LVB Rek. 1405-1406, Mosmans 1931, 98.
17.Cuperinus, 52.
18.Mosmans 1931, 114 n. 3.
19.Mosmans 1931, 114 n. 4.
20.Cuperinus, 53.
21.Pelgrom, ed. Hermans, 73.
22.Ms. Molius, f. 31.
23.Van Oudenhoven, 175.
24.Brouwer, 41.
25.Mosmans 1931, 86 n. 11.
26.Hezenmans 1866, 47; Smits 1907, 61-62.
27.Hermans 1853, 9; Schutjes, 188-189; Mosmans 1931, 85-88.
28.Zylius, 14; Vermeulen 1931 (NRC 3-XII).
29.Archief der Godshuizen, Mosmans 1931, 114 n. 5.
30.Hezenmans 1866, 329-330; Schutjes, 191; Mosmans 1931, 327.
31.Mosmans 1931, 376 n. 2.
32.Mosmans 1931, 114 n. 4.
33.Coppens ii, 66, zich beroepend op Ms. van Heurn, Beschr. v. 's-H. 1, f. 91.
34.De Laborde, Les ducs de Bourgogne, Paris 1849-1851, 1, 395, uit de archieven van Rijssel: 1448-1449, no. 6.
35.Los stuk in KA, Mosmans 1931, 121 n. 2.
36.Coppens II, 75, zich beroepend op Ms. van Heurn, Beschr. v. 's-H. 1, f. 87; Hezenmans 1866, 47; Mosmans 1931, 124.
37.KA; Hezenmans 1866, 59; Schutjes, 189; Mosmans 1931, 125.
38.KA; Schutjes, 189; Mosmans 1931, 124.
39.KA; Mosmans 1931, 125.
40.Cuperinus, 60. Het bericht van Pelgrom onder 1419 heeft hierop betrekking, zie noot 21.
41.Ms. P. van Os (Bibl.Prov.Gen.), f. 234 v.
42.Pirenne 1967, 42-47. Later is L.J.A. van de Laar C.SS.R. tot een getal van rond de 25.000 inwoners in 1526 gekomen: ‘Schatting van het aantal inwoners van 's-Hertogenbosch in de zestiende eeuw’, VHB 3 (1969), 115-131.
43.Ms. van Heurn, Beschr. v. 's-H. 1, f. 77; de brief is niet in het KA teruggevonden, alle auteurs citeren naar Van Heurn: Coppens II, 48; Hermans 1853, 11; Hezenmans 1866, 58; Mosmans 1931, 124 n. 9.
44.Hezenmans 1866, 115; Mosmans 1931, 141-142.
45.RANB, coll. aanw. 1884, nr. 1; Hezenmans 1866, 128; volledige tekst als Bijlage IX in Schutjes, 805 en als n. 2 bij Mosmans 1931, 143-144.
46.Volledige tekst bij Hezenmans 1866, 101-102.
47.Cuperinus, 70.
48.Van Zuylen I, 43.
49.Hezenmans 1866, 144; Mosmans 1931, 150.
50.Hezenmans 1866, 141; Mosmans 1931, 150.
51.Mosmans 1931, 151; Vente 1942, 140.
52.Mosmans 1931, 153 en afb. 92.
53.Mosmans 1931, 154 n. 1.
54.Hezenmans 1866, 144-145 n. 2; Mosmans 1931, 154-155 n. 4; volledige tekst zie hierna p. 44-45.
55.Hezenmans 1866, 146; Mosmans 1931, 155; Gerlach 1970-1971, 213-214.
56.Hezenmans 1866, 148-150.
57.Hezenmans 1866, 140 n. 2.
58.Hezenmans 1866, 139-140; Schutjes, 189; Mosmans 1931, 155.
59.Cuperinus, 89.
60.Cat. Tent. Adrianus VI, 274-275, nr. 407.
61.Hezenmans 1876, 358.
62.Cuperinus, 101-102.
63.Ibid., 139.
64.Mosmans 1931, 163 n. 3.
65.Hezenmans 1866, 245 n. 1.
66.Vervolg op Cuperinus, ed. Hermans, 393-394.
67.Hezenmans 1866, 247-251; Van Zuylen II, 1107, 1174.
68.Mosmans 1931, 434.
69.Van Zuylen ii, 1071.
70.Hezenmans 1866, 250. Mogelijk is het daar genoemde bestek voor het herstel van de middentoren er een, dat niet in deze jaren van herstel thuishoort maar in die na de oorlogsschade van 1629: een ongedateerd bestek betrekking hebbende op werken die in 1632, blijkens de tekeningen van Saenredam, nog niet geschied zijn: de vier hoektorens zijn dan nog niet hersteld of afgedekt, zelfs óók nog niet op de tekening van Beerstraten en die van Klotz uit 1672! Pas daarna zijn de torentjes zo laag gemaakt als de laagste stomp, op de noordwesthoek, en van koepeldakjes voorzien.
71.Ms. Bibl. Prov. Gen. nr. 430 a (Nieuwe Catalogus 1900, 94).
72.Van Zuylen II, 1104.
73.Ibid., 1107; Hezenmans 1866, 250.
74.Frater P. van Vladeracken, Dagboek of kort verhaal (...) van het beleg van 's Hertogenbosch, Leuven 1602 (HPG 1903-1909, 215-251).
75.Mosmans 1931, 122 n. 1.
76.A. Sanders, Verheerlykt Vlaandre, Leiden - Rotterdam - 's-Gravenhage 1735 1, 95 b. Hij plaatst het gebeuren in 1609.
77.Van Zuylen II, 1170 en 1174. Bij anticipatie 3600 gulden betaald aan de kerkmeesters Jan Typoots en Nycolaes Janssen. Hezenmans 1866, 251. Zie ook KA: ‘Staat der te doene reparatien’, 1607.
78.Mosmans 1931, 434.
79.Ibid.
80.Ibid., 193.
81.Van Dijck 1973, 113.
82.Mosmans 1931, 188.
83.Ibid.
84.Ibid., 195 n. 2.
85.Ibid., 195 n. 2-4.
86.Ibid., 195; Van Dijck 1973, 138.
87.Mosmans 1931, 195-196.
88.Ibid.
89.Ibid., 201.
90.Hezenmans 1876, 259; Mosmans 1931, 199.
91.Mosmans 1931, 196 n. 6.
92.Ibid., 211; Hezenmans 1876, 27-28.
93.Mosmans 1931, 213 n. 3-4.
94.Ibid., 213 en n. 8-10.
95.Vervolg op Cuperinus, ed. Hermans, 373.
96.Schutjes, Bijlage IX op p. 805; Hermans 1853, 13; Smits 1907, 91; Hezenmans 1866, 128-129; Mosmans 1931, 143-144.
97.Hermans 1853, 14; Smits 1907, 77 en 105; Mosmans 1931, 214.
98.Gerlach 1970 b, 162.
99.Ibid.
100.Ibid., 163.
101.Ibid.
102.Gerlach 1971 a, 84.
103.Gerlach 1970 b, 163.
104.Gerlach 1971 a, 84.
105.Ibid.; Mosmans 1931, 216.
106.Gerlach 1971 a, 84.
107.Mosmans 1931, 135.
108.Ibid., 217.
109.Gerlach 1971 a, 86.
110.Van Dijck 1973, 242.
111.Hezenmans 1876, 406-407.
112.Ibid., 416.
113.KA, Rek. 1629-1630, f. 68.
114.Ibid., f 75v-76r.
115.Ibid., f 80v, 81r-88v.
116.Ibid., f 91r-96r.
117.Rek. 1630-1631, f 64r, 67r, 67v-69v.
118.Rek. 1631-1632, f 81r.
119.Rek. 1636-1637, f 79r.
120.Rek. 1632-1633, f 75r; 1634-1635, f 44 en f 83v.
121.Rek. 1633-1634, f 78v.
122.Rek. 1636-1637, f 41v.
123.De Haas 1926, 113-114, 133.
124.Rek. 1637-1638, f 73.
125.Rek. 1640-1641, f 80r.
126.Rek. 1642-1643, f 107v.
127.Van Zuylen II, 1427; C.J. Gudde, 's-Hertogenbosch, geschiedenis van vesting en forten, 's-Hertogenbosch 1974, 127. Het is een vraag of deze ingenieur Peter van Bilderbeeck vereenzelvigd mag worden met de landmeter Pieter van Bilderbeek, zoon van de Leidse stadsmetselaar Hendrik Cornelisz. van Bilderbeek (Bilderbeeck, Billerbeeck, ± 1573-1640). Zie E. Pelinck, ‘De functionarissen belast met de zorg voor de stadsbouwwerken te Leiden’. Leids Jaarboekje 59 (1967), 59-83, met name 74 n. 42. Pieter trad op als adviserend architect bij de bouwondernemingen van Frederik Hendrik te Rijswijk en Honselaarsdijk (graafwerk, rioleringen).
128.Rek. 1651-1652, f 88r.
129.Rek. 1652-1653, f 89v-90r.
130.Rek. 1655-1656, f 85v-86r.
131.Rek. 1656-1657, f 87r.
132.Rek. 1657-1658, f 86v-87r; 1658-1659, f 85r.
133.Rek. 1659-1660, f 81r.
134.Rek. 1660-1661, f 88r; 1661-1662, f 82v en 83v.
135.Rek. 1667-1668, f 75v-76r.
136.Rek. 1669-1670, f 90r.
137.Rek. 1670-1671, f 133r; de haas 1926, 24.
138.Rek. 1681-1682, f 95r.
139.Resolutiën van Stadsregering H.v.B. 85, 1689-1691, f 68.
140.Ibid., f 100v-101v.
141.Rek. 1690-1691, f 69.
142.Rek. 1692-1693, f 67.
143.Rek. 1693-1694, f 61v.
C. Peeters, 'De Sint Janskathedraal 's-Hertogenbosch' (1985) 15-28